
De gewelddadige dood van de 17-jarige Lisa uit Abcoude heeft veel losgemaakt in Nederland. Protesten volgen en vrouwen vertellen over de onveiligheid die zij ervaren, vooral ’s avonds op straat, met de duidelijke boodschap: elk slachtoffer van geweld tegen vrouwen is er één te veel. Danique de Jong (29) startte de nationale actie ‘Wij eisen de nacht op, laat vrouwen veilig thuiskomen’. Het streefbedrag van de actie was 3500 euro, maar er is meer dan een half miljoen euro ingezameld.
Wetenschappelijke kennis over geweld tegen vrouwen is onmisbaar voor effectieve maatschappelijke actie. Geweld kent vele verschijningsvormen – van seksuele intimidatie en dwingende controle tot huiselijk geweld en uiteindelijk femicide. Elk van deze vormen vraagt om een eigen aanpak en interventie.
We spraken met twee experts: Janine Janssen, hoogleraar Criminologie en Rechtsantropologie aan de Open Universiteit en lector bij Avans Hogeschool en de Politieacademie, en Marieke Liem, hoogleraar Veiligheid en Interventies aan de Universiteit Leiden. Hun boodschap: we hebben meer nuance, kennis en samenwerking nodig om geweld tegen vrouwen en femicide terug te dringen.
Femicide: feiten en misverstanden
Femicide is dodelijk geweld tegen vrouwen en meisjes, vaak gepleegd door een (ex-)partner of familielid. De wetenschappelijke definitie van femicide is niet eenduidig, dus meet de Femicide Monitor van de Universiteit Leiden ál het dodelijk geweld tegen vrouwen en meisjes.
De Monitor laat zien dat in Nederland jaarlijks gemiddeld 42 vrouwen worden gedood, meestal binnenshuis. In 91 procent van de gevallen is de dader een man. De kans dat iemand door geweld om het leven komt door een (ex-)partner of familielid is voor vrouwen in Nederland veel groter dan voor mannen. Mannen zijn echter over de hele linie vaker dodelijk slachtoffer van geweld.
Toch is de beeldvorming in de publieke discussie vaak een andere. “De gevaarlijke man in de bosjes, de gestoorde vreemde, is niet de kern van het probleem,” zegt Liem. “Hoe vreselijk ook, we kunnen deze zeer zeldzame dreiging niet volledig wegnemen. Het grootste risico schuilt in de huiselijke kring.” Janssen beaamt dit: “…in Nederland zijn jaarlijks 1,3 miljoen mannen (ongeveer 7 procent) en vrouwen (ongeveer 9 procent) slachtoffer van huiselijk geweld. Soms escaleren deze situaties. Het is belangrijk dat we nauwkeuriger zijn in het publieke debat. Zonder goed onderscheid tussen definities binnen het complexe probleem van geweld tegen vrouwen lopen discussies en oplossingen door elkaar.”
Complex probleem
Geweld tegen vrouwen is een complex probleem, benadrukken de onderzoekers. Het kent vele oorzaken: persoonlijke omstandigheden, relationele spanningen en maatschappelijke factoren zoals schulden of verslaving.
Janssen: “We moeten hier bijvoorbeeld onderscheid maken tussen sekse (de biologie) en gender (sociaal-culturele rollen). Cijfers van het CBS vertellen ons iets over sekse, maar weinig over gendergerelateerde motieven. Het gaat om een complex samenspel dat we beter moeten begrijpen.”
Liem is het met haar eens: “…het is verleidelijk om alle vormen van geweld tegen vrouwen te beschouwen als gendergerelateerd geweld, maar zo simpel is het niet.” Vanuit wetenschappelijk perspectief vraagt femicide – en dan specifiek de achterliggende motivatie van het geweld – om aanvullend onderzoek.
Juist hier leveren de sociale en geesteswetenschappen potentieel waardevolle inzichten. Door criminologie, psychologie, antropologie en sociologie te verbinden, ontstaat een breder en concreter beeld van definities, patronen en achterliggende oorzaken. Met het gebruik van ecologische modellen kunnen we grip krijgen op de duizenden factoren die gezamenlijk een rol spelen.
Wat werkt: preventie en bondgenootschap
Ondanks dat er meer onderzoek nodig is, is er al veel bekend over effectieve handelingsperspectieven om geweld tegen vrouwen terug te dringen. Janssen en Liem pleiten voor preventie, wat effectiever is dan alleen harder straffen. Dat betekent het vroegtijdig signaleren van alle vormen van geweld door huisartsen, scholen en gemeenten – en het bespreekbaar maken van schadelijke gendernormen in onze samenleving.
“Strafrecht is de laatste remedie,” aldus Janssen. “We moeten investeren in de ‘voorkant’ en aandacht voor huiselijk geweld mag niet verslappen. Geweld is een lang proces waar we, iedereen, onze aandacht scherp op moeten richten voordat het escaleert. Gezien de vele factoren die een rol spelen, zal vervolgens alleen een cluster van oplossingen effectief blijken.”
Liem vult aan dat het hier gaat om de bredere uitdaging van volksgezondheid: drank- en drugsgebruik, schulden, de buurt, toegang tot educatie en werk – op alle lagen kunnen we preventief en proactief te werk gaan. Dit maakt huisartsen, scholen, GGD’en en gemeentes belangrijke actoren.
Mannen spelen in dit handelingsperspectief een cruciale rol. Janssen: “Woede is sprintenergie, maar dit probleem vraagt om een duurloop. Mannen zijn geen tegenstanders, maar bondgenoten in het terugdringen van geweld. Juist in de dagelijkse praktijk – in gesprekken, op het werk, in de sportkantine – kunnen zij het verschil maken. Mannen als rolmodellen voor jonge jongens, als opvoeders die respect en gelijkwaardigheid meegeven, als partners die laten zien wat het betekent om een respectvolle relatie te hebben, en als collega’s, leiders en vrienden die onveilig gedrag niet wegkijken maar aanspreken.”
Beleid in beweging
7 juni 2024 lanceerde het kabinet het plan Stop Femicide!, met maatregelen van preventie tot strafrecht. Sindsdien zijn er stappen gezet: campagnes als Is dit liefde?, meer scholing bij politie en OM, en de start van de Femicide Monitor. Ook worden nieuwe instrumenten getest, zoals een GPS-systeem dat slachtoffers meer veiligheid biedt.
De onderzoekers en het kabinet zijn het erover eens dat er nog veel te doen is. Zo is er betere coördinatie nodig, effectievere huisverboden en aparte wetgeving voor psychisch geweld.
In 2026 gaat de ‘Mannenalliantie’ van start, een nieuw initiatief uit het plan om mannen nadrukkelijk te betrekken bij het terugdringen van geweld tegen vrouwen. Het idee is dat mannen als vaders, partners, collega’s en rolmodellen een sleutelrol spelen in het doorbreken van schadelijke normen en in het aanspreken van elkaar op onveilig gedrag.
De onderzoekers benadrukken dat de wetenschap hier nauw bij betrokken moet worden: zonder goed inzicht in differentiatie, oorzaken en patronen is duurzaam beleid buiten bereik.
Het kabinet benadrukt dat dit werk pas net begonnen is en dat samenwerking cruciaal blijft om geweld tegen vrouwen en femicide structureel terug te dringen.
Terugdringen van geweld is geen sprint, maar een duurloop
Het terugdringen van geweld tegen vrouwen en femicide vraagt om volharding, samenwerking en de moed om schadelijke patronen te doorbreken. SSH-wetenschap kan de route wijzen, maar het is aan ons allemaal om die weg te gaan – van politiek, burger tot professionals.
Voel je jezelf onveilig of wil je advies?
Neem contact op met Blijf Groep of Veilig Thuis. Voor ondersteuning na geweldservaringen kun je terecht bij Slachtofferhulp Nederland.
Janine Janssen
Janine Janssen is hoofd onderzoek van het Landelijk Expertise Centrum Eergerelateerd Geweld van de Nationale Politie, lector Geweld in Afhankelijkheidsrelaties van Avans Hogeschool en de Politieacademie, en hoogleraar Criminologie en Rechtsantropologie aan de Open Universiteit.
Marieke Liem
Marieke Liem is hoogleraar Veiligheid en Interventies aan de Universiteit Leiden. Haar criminologisch en forensisch-psychologische onderzoek richt zich op (fataal) geweld. Aan de Universiteit Leiden coördineren zij en haar team de Femicide Monitor, een Monitor waarin alle vrouwenmoorden worden opgenomen.