Hoe bereiden we kinderen en jongeren voor op de toekomst?

Kinderen en jongeren groeien op in een wereld vol uitdagingen – van klimaatverandering en toenemende ongelijkheid tot woningtekorten, maatschappelijke spanningen en prestatiedruk. Steeds meer adolescenten hebben het gevoel dat ze niet kunnen voldoen aan alle eisen die het moderne leven aan ze stelt. Hun potentieel blijft hierdoor onbenut, terwijl juist hun kracht en perspectief hard nodig zijn voor een toekomstbestendige maatschappij. Hoe zorgen we ervoor dat jongeren mentaal en sociaal veerkrachtig blijven? En hoe bereiden we ze beter voor op een wereld vol onzekerheid en verandering?
We bespraken deze vragen met expert prof. dr. Catrin Finkenauer van de Universiteit Utrecht – Wetenschappelijk Directeur van het universiteitbrede Strategisch Thema Dynamics of Youth en themacoördinator van thema één van het sectorplan Sociale Wetenschappen: Veerkracht bij de jeugd.
Waarom jongeren zich zorgen maken
Ondanks dat de mentale gezondheid van jongeren momenteel veel aandacht krijgt, is het onduidelijk of jongeren meer last hebben van mentale problemen dan twintig jaar geleden: “…bewustzijn rond mentale problemen kan eraan bijdragen dat meer mensen denken dat ze óók last hebben van die problemen. Wat we wel duidelijk zien,” gaat Finkenauer verder, “is dat jongeren geraakt worden door alles wat er nu in de wereld speelt. Ze vertellen ons dat ze soms bang zijn voor de toekomst – bang dat klimaatproblemen, oorlog of kunstmatige intelligentie hun leven zullen bepalen.”
Met een concreet voorbeeld illustreert Finkenauer waarom het zo belangrijk is dat we verder kijken dan het individu, namelijk schooluitval in het MBO, een maatschappelijk probleem met grote gevolgen: “In het begin van de covid-pandemie onderzochten we waarom leerlingen uitvallen. Wat bleek de belangrijkste voorspeller? Het vertrouwen in instituties. Jongeren die uitvielen, hadden geen vertrouwen in de school. Dit wil zeggen dat ze zich oneerlijk behandeld voelden en procedures onduidelijk vonden. Ze vroegen zich soms zelfs af waarom ze überhaupt een diploma moesten halen.”
Uit diverse wetenschappelijke studies blijkt dat jongeren met een lagere sociaaleconomische status veelal slechter behandeld worden. In het onderzoek uit het voorbeeld hadden vooral de jongeren uit de minder kansrijke gezinnen weinig vertrouwen in de school. Volgens Finkenauer is het aan de school om het vertrouwen terug te winnen: “…de leefwereld – soms ligt dáár het probleem en de verantwoordelijkheid voor de oplossing.”

“Oplossingen zijn niet universeel”
Finkenauer scherpt haar visie verder aan: “Om echt grip te krijgen op deze complexe vragen hanteren we een levensloop- en een systeembenadering. We erkennen de invloed van zowel vroege ervaringen en geschiedenis, als van de context en de huidige omgeving op ontwikkeling. We hanteren ook een mondiaal en inclusief perspectief, om te voorkomen dat westerse waarden en praktijken onze resultaten domineren.”
Ze geeft een voorbeeld: “Westerse culturen benadrukken de veilige hechting met één ouder of verzorger, vaak de moeder, terwijl studies uit Oost-Aziatische en Afrikaanse gemeenschappen laten zien dat kinderen met meerdere verzorgers – grootmoeders, zussen, broers – ook sterke gevoelens van veiligheid en liefde ontwikkelen. “Met het oog op beter begrip en het vinden van nieuwe oplossingsrichtingen is het van belang dat we al deze perspectieven betrekken bij ons onderzoek. Daarnaast moeten we erkennen dat wanneer een interventie of programma in de Bijlmer werkt, deze niet per se werkt in Rotterdam-Zuid. Oplossingen zijn niet universeel, maar vaak contextafhankelijk. Dat maakt maatschappelijke vraagstukken interessant en complex.”
Veerkracht: de sleutel tot een gezonde samenleving
“Wel denken we dat ál deze contexten gebaat zijn bij veerkracht: het goed leren omgaan met stress en tegenslagen.” Volgens Finkenauer is het dé sleutel tot een gezonde en veilige samenleving: “…veerkracht maakt toekomstbestendig. Het draagt eraan bij dat mensen in beweging blijven, bij blijven dragen aan de wereld.”
Veerkracht is geen simpel trucje, maar het resultaat van een complex samenspel van factoren, waaronder genetische aanleg, opvoeding, vriendschappen, schoolomgevingen, culturele normen en zelfs wet- en regelgeving. Het samenspel van al deze veerkrachtbouwstenen beïnvloedt hoe veerkrachtig een kind is. “…als we de veerkracht van jongeren willen begrijpen, moeten we dus niet te veel inzoomen op één jongere; de druk die ze nu ervaren in een wereld vol uitdagingen, de culturele normen, de schoolomgeving, soms ligt daar de oplossing.”
Veerkracht bouw je daarnaast niet op binnen één wetenschappelijke discipline of sector. Alleen door samenwerking tussen wetenschappelijke disciplines (psychologie, pedagogiek, sociologie, geschiedenis etc.) – mét beleidsmakers en maatschappelijke partners – vergroten we het inzicht in hoe veerkracht kan worden opgebouwd en versterkt. “Daarom ben ik ook ontzettend blij met het sectorplan Sociale Wetenschappen,” zegt Finkenauer. “Dankzij het sectorplan kunnen we intensiever samenwerken met andere universiteiten en disciplines. De positieve effecten zijn niet te onderschatten. Het plaatst de thematiek hoog op de agenda, ook bij ministeries.”

Sectorplan helpt om écht vernieuwende oplossingen te vinden
Thema één van het sectorplan Sociale Wetenschappen is ‘Veerkracht bij de Jeugd’. Het sectorplan brengt onderzoekers van de Erasmus Universiteit, Radboud Universiteit, Rijksuniversiteit Groningen, Universiteit Leiden, Universiteit Utrecht en de Vrije Universiteit samen om van elkaar te leren, te innoveren en vooruit te denken.
Finkenauer: “…de onvoorziene positieve effecten van het sectorplan zijn enorm. Ik ontmoet nu minimaal twee keer per jaar decanen, spreek met veel experts van andere universiteiten, we organiseren samen events en leren van elkaar, ook van de coördinatoren van de andere thema’s. Overal waar ik ben, ook bij ministeries, kan ik het thema steeds weer hoog op de agenda zetten. Dit zorgt ervoor dat steeds meer beleidsmakers, onderzoekers en professionals er aandacht aan besteden. We hopen dat deze middelen een structureel karakter krijgen, zodat we innovatieve oplossingen voor jeugdproblemen kunnen blijven ontwikkelen.”
Sterke sociale relaties: het bewezen fundament voor veerkracht
Na een genuanceerd en weloverwogen eerste deel van het gesprek, neemt Finkenauer stelling in: “…het belangrijkste en meest robuuste inzicht uit de sociale wetenschappen is onmiskenbaar: de enorme invloed van sociale relaties op ons leven. De kwaliteit van onze relaties is van grote invloed op gezondheid, succes, levenstevredenheid en veerkracht. Eén of enkele relaties waarin een kind of jongere zich geaccepteerd en gezien voelt, dat is van onschatbare waarde.”
Rond de tien procent van de jongeren voelt zich eenzaam (Trimbos, 2023). Voor een deel is dit inherent aan de levensfase; het gevoel er alleen voor te staan. Volgens Finkenauer moeten we toch veel aandacht besteden aan deze uitdaging: hoe kunnen we eenzame jongeren betrekken bij de grotere groep jongeren die zich niet eenzaam voelt? “Het gevoel er echt bij te horen, dat is een fundament voor veerkracht.”

Wat kun je nu doen? Luisteren helpt
Recent gaf Finkenauer een workshop transdisciplinair werken aan klimaatonderzoekers. Toen het ging over de communicatie van wetenschappers met maatschappelijke partners, kwamen ze tot het volgende inzicht: we moeten niet meteen gaan vertellen over wat we doen, maar eerst ook duidelijk maken waarom we het doen.
Finkenauer maakte tijdens het gesprek duidelijk waarom het zo belangrijk is dat we werken aan de toekomstbestendigheid van de jeugd. Zij zíjn de toekomst. “Uiteindelijk voorkomen we met ons onderzoek en onze interventies langdurige afhankelijkheid van zorg of sociale zekerheid.” Een studie uit Amerika liet bijvoorbeeld zien dat een interventie die psychische klachten bij adolescenten vermindert, binnen tien jaar 52 miljard dollar zou besparen, vooral door hogere arbeidsparticipatie. “De sociale en geesteswetenschappen spelen hierin een sleutelrol: ze leveren de inzichten die nodig zijn om beleid effectief te maken, zodat we niet pas ingrijpen als problemen al groot en kostbaar zijn.”
Wat kun je als lezer nu doen? Finkenauer: “We zijn druk bezig met leren begrijpen hoe veerkracht werkt. Maar één ding is zeker, voor de lezer die zich afvraagt wat ze kan doen: ga naar een kind of jongere toe en vraag hoe het met hem of haar gaat. Leg je telefoon weg en luister écht naar wat hij of zij vertelt. Het klinkt wellicht onbeduidend, maar het helpt, het helpt enorm.”
Meer informatie over de werkzaamheden en activiteiten van Dynamics of Youth vind je hier.