Thema 2: Psychische aandoeningen


Tilburg University (TiU), de Rijksuniversiteit Groningen (RUG), de Universiteit Leiden (LEI), Maastricht University (UM) en de Universiteit van Amsterdam (UvA) werken aan dit thema. De themacoördinator is prof. dr. Tom Smeets (TiU).

Van onderzoek naar impact: toegankelijke en effectieve psychische zorg voor iedereen

Psychische aandoeningen zoals depressie, angst en verslaving veroorzaken een diep en langdurig persoonlijk leed en hebben een aanzienlijke maatschappelijke impact, waaronder langdurig ziekteverzuim en aanzienlijke zorgkosten. Van de Nederlandse bevolking heeft jaarlijks ongeveer 1 op 4 te maken met een psychische aandoening, en meer dan 50% krijgt er ooit in het leven mee te maken. Ondanks deze harde cijfers is effectieve en toegankelijke psychische zorg nog lang niet vanzelfsprekend: veel mensen krijgen geen of onvoldoende hulp, bestaande therapieën werken niet voldoende voor iedereen, en zelfs na een succesvolle behandeling is er een hoge mate van herval. Psychische aandoeningen zijn bovendien complex: ze worden beïnvloed door biologische, psychologische en sociale factoren en komen vaak in combinatie met elkaar voor, zoals angststoornissen met depressie of persoonlijkheidsstoornissen met depressie of PTSS.

Binnen dit onderzoeksthema van Sociale Wetenschappen richten we ons op het verdiepen van wetenschappelijke kennis over de mechanismen die ten grondslag liggen aan veranderingen in psychische gezondheid—zowel van mentaal welbevinden naar psychische aandoening, als van mentaal lijden naar een duurzaam herstel. Dit onderzoek is cruciaal om psychische problemen eerder te signaleren, beter te begrijpen en effectiever te behandelen.

Kortom, investeren in onderzoek naar psychische aandoeningen is zowel menselijk noodzakelijk als maatschappelijk verantwoord. Met deze inspanningen werken we aan een samenleving waarin naast lichamelijke gezondheid ook de psychische gezondheid voldoende aandacht krijgt en waarin effectieve en toegankelijke zorg voor iedereen beschikbaar is.

Aanpak van het onderzoek

Binnen dit sectorplanthema werken vijf universiteiten, elk met een eigen expertise en visie, samen: de Universiteit van Amsterdam, de Universiteit Leiden, Tilburg University, Maastricht University en de Rijksuniversiteit Groningen. Deze multidisciplinaire samenwerking stelt ons in staat om complexe vraagstukken vanuit verschillende invalshoeken aan te pakken en de impact van ons onderzoek te vergroten.

De samenwerking is georganiseerd via lokale teams per deelnemende universiteit, veelal bestaande uit universitair docenten, postdocs en (junior) onderzoekers met expertise op dit thema. Deze teams kennen een multidisciplinair karakter aangezien samenwerking tussen disciplines zoals psychologie, neurowetenschappen, sociologie, communicatiewetenschappen en methodologie ons beter in staat stelt om de onderliggende mechanismen van psychische stoornissen in kaart te brengen.

Elk lokaal team wordt daarbij aangestuurd door een wetenschappelijke coördinator. Daarnaast is er een landelijke coördinator die de afstemming en samenwerking tussen de universiteiten stimuleert, met als doel het ontwikkelen van een gezamenlijk, interdisciplinair onderzoeks- en onderwijsprogramma dat aansluit bij de bredere doelstellingen van het sectorplan Sociale Wetenschappen.

Met deze multidisciplinaire en interuniversitaire onderzoeksgemeenschap richten wij ons op innovatieve benaderingen zoals:

  1. Hoe kunnen we betere signaalsystemen ontwikkelen om psychische aandoeningen vroegtijdig te herkennen, ook bij kinderen, om preventief te werk te kunnen gaan?
  2. Hoe dragen de verschillende risicomechanismen en beschermende factoren op meerdere niveaus (zoals affectieve, cognitieve, sociale en lichamelijke factoren binnen individuen, relaties en sociale netwerken) afzonderlijk en in interactie met elkaar bij aan het ontstaan en voortbestaan van psychische aandoeningen?
  3. Hoe kunnen we de inzichten in signalen en mechanismen optimaal benutten om psychologische behandelingen te verbeteren, door te streven naar meer gepersonaliseerde benaderingen die beter aansluiten bij de behoeften van de klinische praktijk?
  4. Hoe kunnen wij de Nederlandse geestelijke gezondheidszorg toegankelijker maken door meer gepersonaliseerde en laagdrempelige (e-health) behandelmethoden te ontwikkelen, die ook ruimte bieden voor zelfmonitoring en het versterken van zelfregie?

Met het beantwoorden van deze vragen streven we naar verfijnde theoretische modellen en innovatieve methodologieën die zowel wetenschappelijke als maatschappelijke impact hebben. Wetenschappelijk draagt ons werk bij aan een beter begrip van transities in mentale gezondheid; in de praktijk helpt het om nieuwe en effectievere preventieve behandelingen te ontwikkelen en zo de maatschappelijke ziektelast te verminderen.

Onderwijs als brug tussen kennis en praktijk

De kennis die voortkomt uit dit onderzoek naar psychische aandoeningen wordt actief ingebed in bestaand onderwijs en dient als drijfveer voor het ontwikkelen van nieuw interdisciplinair en maatschappelijk gedreven onderwijs. Dit is essentieel om toekomstige professionals — van psychologen tot zorgverleners en beleidsmakers — uit te rusten met de meest actuele inzichten over oorzaken, diagnostiek, en effectieve behandelmethoden voor mentale stoornissen.

Door studenten van verschillende studierichtingen al vroeg te trainen in wetenschappelijk onderbouwde benaderingen van mentale gezondheid, vergroten we niet alleen de kwaliteit van de zorg, maar dragen we ook bij aan een samenleving waarin mensen sneller hulp kunnen én durven zoeken en openheid over mentale klachten normaal wordt. Zo draagt ons onderwijs over psychische aandoeningen direct bij aan een gezondere en veerkrachtigere samenleving.